Saturday, April 24, 2010

De post

Iets waardat behoorlijk weinig op het Internet over te vinden is, maar toch een behoorlijk interessant onderwerp: de Chinese post anno late Qing dynasty (+/- 1800 tot 1911) genaamd BiaoJu (镖局). 镖局 betekent iets als bodyguard-kantoor, laat ons zeggen Groep-4 securitas van de Chinese recente oudheid. .
Die bedrijven hadden als meest belangrijke taak het bewaken van geld- en andere transporten kriskras doorheen China.
Die transporten, bestaande uit koetsen getrokken door paarden, waren uiteraard een zeer lucratief mikpunt voor dievenbendes.
Dus, bewaken maar die transporten. Maar hoe? Geweren? Kanonnen?
Natuurlijk niet. Als beveiliging gebruiken we niet meer of niet minder dan onvervalste kungfu.
Jawel, elk van die bodyguards waren sterk afgetrainde meesters in de kungfu. De bodyguard-kantoren hadden dus ook allemaal een kungfu training ruimte in hun achtertuin waar de werknemers alle dagen hun kungfu kunnen oefenen voordat ze erop uit worden gestuurd.
In het mooie pingyao [平遥] slechts 4 uur van Peking zijn er nog enkele van die kantoren bewaard gebleven.

In het Engels of het Nederlands is er bijna geen info op het Internet te vinden over dit fenomeen. Deze webpagina is redelijk (gebruik google translate en je creatief denkvermogen) Misschien haal je wel meer uit de Hongkongnese kungfu film 'Drunken Monkey'.

Bekijk hier onze foto's van PingYao.

Sunday, April 11, 2010

Het Internet: Traag maar zeker

Dat Twitter, Facebook, Youtube of zelfs mijn hoogsteigen blog niet toegankelijk zijn in China, daar kan ik nog mee leven.
Sinds kort is men erin geslaagd om de server met al het beeldmateriaal van Wikipedia te blokeren. Gevolg: geen prentjes/fotokes meer op eender welke pagina van Wikipedia en, wat erger is, Firefox doet er verscheidene minuten over om eender welke pagina te laden. Ik vermoed dat dit past in het kader om al het pornografisch materiaal van het Internet te weren. Het artikel op Wikipedia over de voortplanting bij de mens kan zeker niet door de beugel bij de preutse partijbonzen.
(Dat heel gedoe rond bloot op het Internet een manier om van al te liberale elementen in de partij af te raken door ze te beschuldigen van links met pornokoningen of pooiers. Vorig jaar was er het gevecht tegen corruptie, dit jaar zijn er blote borsten om tegen te vechten).

Om een lang verhaal kort te maken, ik heb mijn heel arsenaal aan half-werkende proxy sites opgegeven en ben eindelijk overgestapt op TOR. Het is traag, soms tergend traag, maar je kan er tenminste tegoei mee op het Internet en, bijvoorbeeld, berichtjes posten op dit blog.

Daarom deze oproep aan de technisch geinteresseerde medemens.
Alle TOR relays zijn geblokkeerd in China, met de TOR bridges heeft de censor meer moeijlijkheden.
Als je kan en wil, installeer TOR en start een TOR bridge. Je helpt er veel mensen mee verder.
Meer info vind je hier: http://www.torproject.org/bridges.html.en

Friday, April 9, 2010

De verrijzenis

Na anderhalf jaar een stille dood te zijn gestorven, de verrijzenis van dit blog dus. En, bij wijze van een goed bruggeske te maken zal dit artikel over de dood gaan.

De dood op zijn Chinees dan wel.
Niet zo heel lang geleden was het in China het tomb sweeping festival (清明节). Zeg maar Allerheiligen in een oosterse variant.
Aangezien 清明节 dit jaar op een maandag viel was het vooral een goed excuus om er eens op uit te trekken.

Vanaf het moment dat we met de trein buiten Beijing waren begonnen me de graftombes op te vallen die verspreid lagen over het Chinese platte land. Die graftombes, niet meer dan een bergje aarde, sommigen gedecoreerd met een wit wimpeltje en heel soms en enkel voor familiegraven een zerk, waren pas opgehoopt of waren aan het opgehoopt worden voor het tomb sweeping festival. Wat vooral opviel was de hoeveelheid aan graftombes. Op een veld zo groot als een voetbalplein vind je gegarandeerd 1 of meerdere graftombes. Uiteraard zonder enige ordening. De bergjes aarde liggen daar gewoon kriskras verspreid in de velden met chinese kool, aardappels of mais.
De verklaring waarom er zoveel graven zijn moet je niet ver gaan zoeken. Doch, het argument 'er zijn gewoon gigantisch veel chinezen' gaat niet echt op. Er is namelijk ook gigantisch veel middle-of-nowhere in China. En het is net in die middle-of-nowhere dat al die graven te vinden zijn. Bovendien is de echte bevolkingsexplosie er pas gekomen onder Mao. Ondertussen zijn 'de kinderen van Mao' bejaard maar nog niet dood.
De verering van voorouders zit er bij de Chinees dik ingebakken. Op het chinese platteland wordt het graf van ouders, grootouders, overgrootouders, en alle voorouders waarvan men nog weet waar ze begraven zijn elk jaar weer opgehoopt. Zo blijven die hoopkes zand voor verscheidene generaties tegen erosie beschermd.
Bovendien was de levensverwachting voor de communistische revolutie niet veel langer dan 35 jaar. Er gingen er dus veel dood die allemaal hun eigen bergske kregen.
Zolang er een zoon in de familie is, en die zoon niet in de verre stad woont, zullen de bergskes elk jaar worden opgehoopt.

In de stad van vandaag gaat het er anders aan toe. Voor de gewone mens is er geen plaats voor een graf. De kinderen en kleinkinderen kunnen een plaatske huren voor de urne met het as van hun ouders en grootouders. Wanneer er niet meer wordt bepaald gaat de urne weg. Ik ben er 1 keer geweest, er staan honderdduizenden (misschien wel een miljoen of meer) urnes in het crematorium van Peking.